Navigatie

Lopend Lucia Nieuws

door Metta de Noo


Deze website is per 15 maart 2009 gesloten – op orders van de kat.
Sneeuwklokje

# Hof van Arnhem, “voor als nog” geen onzinnige vragen

20 februari 2009
Hof van Arnhem

Op 19 februari heeft het Hof in Arnhem een eerste tussenarrest uitgesproken in de herzieningszaak van Lucia. Na het “forensisch-criminalistisch” georiënteerde optreden van AG mr Brughuis twee weken geleden was het duidelijk dat het OM nog steeds maar een ding wil: volharden in de heksenjacht. Gezien de waslijst van vragen zou het proces weer een eindeloze strijd met veel venijn kunnen worden. Het Hof heeft het OM die speelruimte niet geboden. Slechts enkele vragen van het OM worden meegenomen in het onderzoek. De andere vragen worden vooralsnog niet noodzakelijk geacht.
Er zijn volgens het Hof voldoende feitelijke bewijsmaterialen. Het is niet opportuun om in deze complexe zaak alles nog eens dunnetjes over te doen. “Het gaat immers” zo zegt het Hof fijntjes, “om uitputtende onderzoeken waarin het geenszins heeft ontbroken aan een forensisch-criminalistische benadering en om feiten en omstandigheden in de periode van 1997 tot en met 2001… De waarde van nieuwe of hernieuwde getuigenverklaringen, acht tot twaalf jaar later, is daardoor beperkt te achten. Wel blijft onverminderd van belang de wetenschappelijke waardering van het beschikbaar materiaal. Dit speelt echter, naar het oordeel van het hof, niet bij alle feiten een even belangrijke rol.”

De toon van de zitting was plezierig te noemen. Er was een gepaste distantie. Subtiel werden er enige kritische opmerkingen gemaakt over de wijze waarop het OM van start was gegaan. Alles weer opnieuw over willen doen, dáárvoor was deze Herzieningszaak niet bedoeld. Het Hof wil vooral de onderzoeksweg volgen, die door mr. Knigge reeds ingeslagen was.

Vier feiten ter behandeling

Het Hof heeft besloten om 4 incidenten in behandeling te nemen, te weten:

  1. Sterfgeval baby A.Z.
  2. Reanimatie A. el G.
  3. Intoxicatie A.N.
  4. Sterfgeval A.N.

Voor het onderzoek naar deze vier casussen, die in de aanklacht nog altijd “moord” worden genoemd, dient volgens het Hof het volledige dossier aan de deskundigen beschikbaar te zijn. De deskundigen kunnen overleg plegen met andere experts. Het Hof zal de Raadsheer-commissaris vragen deskundigen voor het onderzoek te benoemen.

Feit 1.

Bij baby A werd digoxine aangetroffen in bloederig vocht uit gaasjes, die bij de tweede sectie uit de buikholte waren gehaald. Aan de professoren Tytgan en Aderjan worden gevraagd zich nader te verklaren over hun rapportage aan mr Knigge. Ook wordt ingegaan op de opmerkingen van professor Aderjan over de herkomst en toestand van het hersenmateriaal.
Uitvoerig wordt door het Hof toegelicht dat de representativiteit van het bloederig vocht uit de gaasjes discutabel blijft.
Prof. Meulenbelt zal gevraagd worden zijn oordeel te geven over de opmerkingen van het OM (zeg IFS) dat de trendgraphs een natuurlijk overlijden niet zouden ondersteunen.
De biopten van de organen zullen indien beschikbaar en bruikbaar voor onderzoek op digoxine naar het laboratorium in Straatsburg worden verzonden.

Feit 2.

In zaak 2 gaat het om het jongetje Achraf dat plotseling een apneu kreeg en gereanimeerd moest worden. Aan professor Meulenbelt wordt de vraag gesteld of de slechte toestand van A el G kan zijn ingetreden zonder enig handelen van buiten af.

Feit 3.

In deze zaak gaat het om Ahmad, bij wie in een comateuze toestand een hoge bloedspiegel chloralhydraat wordt geconstateerd. Bij de bewijsvoering is het rapport van professor Vulto bepalend geweest. Professor Meulenbelt wordt gevraagd zijn oordeel te geven over dit rapport. En over een alternatief scenario zoals in het boek van professor Derksen wordt weergegeven. “Hoe is de bloedspiegel trichloorethanol om 16.30 uur te verklaren?”. En “wat wilt U overigens opmerken, dat naar Uw mening voor de beoordeling van dit feit van belang kan zijn?”

Feit 4.

Zaak 4 gaat ook over Ahmad. Een maand na het chloralhydraat-incident overlijdt hij op de avond na een operatieve ingreep. Vraag aan professor Meulenbelt om dat te beoordelen in relatie met de normale bloed-uitslagen 45 minuten voor het overlijden.
Ook wordt daarbij de vraag gesteld welke betekenis moet worden toegekend aan het feit dat er lidocaïne is aangetroffen in het bloed.

Doorzoekingen

Het Hof wil geen getuigen verhoren die het OM getipt hebben over mogelijke dagboekaantekeningen.

Reclassering

De reclassering zal enkel gevraagd worden een update te maken van de situatie van Lucia. Gegevens uit het verleden horen niet in dit reclasseringsrapport.

Commentaar:

Het Tussenarrest van het Hof stemt hoopvol. Er wordt duidelijk gekozen voor een onafhankelijke wetenschappelijke benadering. De dossiers worden volledig bestudeerd en de deskundigen kunnen op- en aanmerkingen geven, die zij zelf van belang achten.
Dit is een heel andere benaderingswijze dan bij de Rechtbank en het Hof in Den Haag. Daar waren deskundigen volgens het CEAS meer op basis van persoonlijke bekendheid gekozen dan op basis van deskundigheid. De medische informatie was in veel gevallen niet volledig. En de vraagstelling bood geen ruimte voor het bespreekbaar maken van andere scenario's.

Op sommige punten zal mogelijk enige onduidelijkheid blijven bestaan. In de geneeskunde is het niet zwart of wit. Een lichaam reageert niet altijd volgens het boekje. Verschijnselen kunnen niet altijd verklaard worden. En fouten kunnen er altijd gemaakt worden.

Regiseursstoel

# Het zal donderen zolang het OM wil

10 februari 2009
Regiezitting

Op donderdag 5 februari j.l was de regiezitting van het Hof in Arnhem. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft daar alle registers opengetrokken en één ding duidelijk gemaakt: er is nog altijd pijn in de onderbuik. De eerder gedane onderzoeken werden door het OM genegeerd en zelfs aangevochten. Over alle zaken zijn nieuwe vragen geformuleerd, ook al was het meeste al uitvoerig behandeld. Er zijn mensen, die meer durven te vragen dan vele wijzen kunnen beantwoorden…

De zaak Lucia de B, zo benadrukte Advocaat Generaal mr. Brughuis, moet niet langer meer klinisch wetenschappelijk benaderd worden. Zij wil het onderzoek * plaatsen in “forensisch-criminalistische context” (f-c).
Te pas en te onpas gebruikte zij in haar felle betoog deze kretologie, die zoals later bleek afkomstig was uit het onderzoeksrapport van het Independent Forensic Institute *, dat door het OM alvast gevraagd is rapport uit te brengen over de digoxine-casus. In het rapport wordt in bijna elke alinea reclame gemaakt voor de f-c werkwijze van meneer en mevrouw Eikelenboom van dit particuliere instituut.
De forensisch-criminalistische werkwijze moet staan voor onderzoek dat dadergericht is: hoe heeft íe het gedaan? De toon waarop mevrouw Brughuis later ook zei: “hier heeft mevrouw de Berk wel wat uit te leggen” was niet mis te verstaan. Het OM is nog steeds op jacht naar de moordenaar en legt al het eerdere onderzoek naast zich neer, waaruit blijkt dat het hier om natuurlijke sterfgevallen gaat.

Lucia

Lucia zou naar de zitting gaan, haar gezicht laten zien. Voorafgaand aan de zitting waren er geruchten over huiszoekingen bij haar nicht Yvonne. De sfeer werd daardoor al grimmiger en we besloten dat het voor Lucia’s gezondheid beter was thuis te blijven. Gelukkig maar.
Want hoe had ze kunnen aanhoren dat er weer vrijelijk van alles gesuggereerd mocht worden, wat eerder uitgebreid weerlegd was? Het was al afschuwelijk te zien hoe Lucia wit weg trok, toen ze thuis het OM verhaal las: “Dit kan ik niet meer aan”.
Witheet ben ik op die dames en heren die haar dit nu weer flikken. Niet alleen het OM, maar ook de mensen die zo goed hebben meegedacht om zogenaamd slimme medische vraagjes op te stellen.
Lucia loopt een kruisweg van het ergste soort. De aanhoudende spanning van deze zaak wordt voor haar steeds moeilijker te verdragen. En dat terwijl ze al gehandicapt is door de beroerte. Ze moet geholpen worden bij het aankleden, met het eten. Ze loopt minder lang en goed dan vroeger. Ze wordt snel moe en begint dan moeilijker te praten. Ze kan niet meer autorijden, niet meer handwerken etc. En deze vrouw wil het OM nog een aantal jaar in onzekerheid laten over haar lot?

Hof

Het Hof werd voorgezeten door mr Van den Heuvel. De onderzoekswensen van het Hof zijn:

  • getuigenis van deskundigen Aderjans * en Tytgat * in de digoxine-casus
  • getuigenis van deskundige Meulenbelt * voor de casus Ahmad
  • opnieuw bekijken casus Achraf

Bij het onderzoek wordt de argumentatie in het boek * van Ton Derksen “algemeen bekend” verondersteld. We hopen dat dit betekent dat het Hof opnieuw gepresenteerde feiten aan het boek zal toetsen.

Huiszoeking

Het Hof reageerde enigszins geïrriteerd op de huiszoekingen die het OM op eigen houtje had laten doen. De tipgever over de zogenaamd verborgen dagboekdelen was wel erg makkelijk geloofd door het OM volgens raadsheer Van den Heuvel.
Lucia's advocaat Stijn Franken beschuldigde het OM van stemmingmakerij: “Het dagboek zit in het dossier. De tekst loopt voortdurend door, er ontbreekt niets. Het Openbaar Ministerie vindt het beeld rond De B. kennelijk ook nu nog belangrijker dan de feiten.”

Het OM

Het Hof toonde begrip voor de verdediging, die extra tijd vroeg om zich te beraden op het stuk van het OM. Het OM had dit pas de avond tevoren opgestuurd. Wel erg laat, zo constateerde men. Het aantal vragen van het OM is hier niet in een paar regels weer te geven. Voor de liefhebbers zal ik de vragen als apart hoofdstuk behandelen.
Alle zaken zijn doorgevlooid om nog iets nieuws te kunnen verzinnen. Men schijnt daarbij wel vergeten te zijn, dat deze nieuwe vragen òf al uit ten treuren behandeld waren òf helemaal niet relevant zijn voor de bewijsvoering òf uitgaan van verkeerde axioma’s.

Overeind blijft vooral het beeld van de AG’s mevrouw Brughuis en de heer Rijkers, die meteen de aanval openden op een uitspraak van professor Crombag * dat het nu snel afgelopen moet zijn met het gedonder. “Nee”, zei Rijkers “het gedonder is nog lang niet afgelopen. Voor waarheidsvinding heb je tijd nodig”. Brughuis had het meermalen over het “iets” dat gevonden kon worden. Maar de speculatieve elementen die er in deze zaak waren hadden volgens haar veel “ruis” aangebracht.
De forensisch-criminalistische context waarin zij alles willen gaan plaatsen moet klaarheid brengen, maar eerst is er nu wel een heel hoog rookgordijn door het OM opgetrokken.

Hoe groot is de kans dat Lucia voor dezelfde fortuinlijke AG komt te staan, die Ernst Louwes na zijn herzieningszaak weer de gevangenis in kreeg? In de Deventer moordzaak wist het bureau van Richard Eikelenboom met DNA-onderzoek nieuw bewijs te leveren. Maar DNA speelt in de zaak van Lucia geen enkele rol.

Verwachting

We voelen ons natuurlijk door het OM bedonderd. Dat is iets anders dan verslagen. Het Hof zal op 19 februari eerst moeten aangeven welke vragen van het OM gehonoreerd worden. De verdediging heeft aangegeven dat de f-c methode niet aan de orde kan zijn als er geen sprake is van een onnatuurlijke dood. Een onnatuurlijke dood is niet per definitie een moord, omdat er medisch geen verklaring voor kan worden gegeven.
Herhaling van het hele proces leek advocaat Stijn Franken volstrekt zinloos en niet te verdragen voor Lucia. Het horen van getuigen, nu soms meer dan 10 jaar na dato zal volgens hem niet bijdragen aan de waarheidsvinding.
Ook ziet Franken er geen heil in dezelfde deskundigen te horen van jaren terug. Deskundigen die zichzelf gediskwalificeerd hebben zullen volgens Franken de neiging hebben te volharden in hun oude mening dat Lucia schuldig is.

Belief perseverance * is een moeilijk te bestrijden eigenschap.

Regiseursstoel

# Regiezitting 5 februari om 9 uur

24 januari 2009
Herstel van het recht en/of van het vertrouwen in rechtsstaat

Het parket in Arnhem moet op het ogenblik druk bezig zijn met de dozen en nog eens dozen dossiers van de zaak Lucia. Het zal menselijk gezien moeilijk zijn om onbevooroordeeld alle bekende feiten opnieuw te beoordelen. De opdracht ligt er. En er zal het OM alles aan gelegen liggen deze opdracht nu tot een goed einde te brengen. Het vertrouwen in de rechtsstaat bij het publiek staat op het spel.
Eerder al merkten we op dat dit vertrouwen in de rechtspraak het meest gediend wordt als het OM zelf om vrijspraak gaat vragen. De conclusies van eerdere onderzoeken van het OM zijn toch overduidelijk.
Maar binnen het OM is er kennelijk de behoefte het publiek nog uitleg over de zaak te geven. En dat zou paradoxaal genoeg er toe kunnen leiden dat men nog weer enige zaken wil onderzoeken…
Als dat zou betekenen dat de conclusies uit het Rapport van Knigge nog een keer hardop wordt voorgelezen en direct daarna vrijspraak gevraagd wordt, voilà, klaar als een klontje. Maar als het weer een medisch-juridische spraakverwarring gaat worden vind ik het een duur en vooral belastend uitstel van vrijspraak.

Getuige-deskundigen: onafhankelijk, wetenschappelijk en logisch denkend?

Uit de rechtsgang in de zaak Lucia is gebleken hoe tunnelvisie van ziekenhuis, politie, OM, Rechterlijke Macht en media van roddel seriemoorden hebben gemaakt. In die onderbuikse gangen van het recht hebben ‘wetenschappers’ met veel aplomb deze moorden helpen bewijzen. Wetenschappers die door justitie deskundig werden geacht.
Alle vooraanstaande Nederlandse statistici hebben de kritiek op de gebezigde statistiek in de zaak onderschreven. Daarmee heeft men zich gedistantieerd van de door justitie aangestelde deskundige. De toxicologische deskundige, die digoxinevergiftiging door Lucia bewezen achtte, heeft na kennismaking met het onderzoek van professor Meulenbelt c.s. deze verklaring ingetrokken. Hem zou bij eerder onderzoek relevante informatie niet bekend zijn geweest.

En zo zijn er meer deskundigen die achteraf niet zo onafhankelijk, wetenschappelijk en logisch hebben getuigd als men zou verwachten. Enerzijds is daar het systeem debet aan.
Er ontbreekt bij justitie – anders dan in Engeland – een onafhankelijk medisch team dat het onderzoek verricht en coördineert. Anderzijds mag je van wetenschappers verwachten dat zij zelf ontbrekende informatie opsporen en geen conclusies baseren op niet gecontroleerde feiten.
Voor justitie moet het duidelijk zijn dat hoogleraar niet een synoniem is voor getuige-deskundige. Evenals bij justitie zijn er in de wetenschap goede en mindere excellente vakbroeders.

Een hoofdstuk apart: F. de Wolff in “Forensische Wetenschap”

In het pas verschenen boek Forensische Wetenschap onder redactie van professor T. Broeders las ik enkele pagina's [casus 3 op blz. 189-192] over de zaak Lucia de B van de hand van professor De Wolff. Reden om hier een apart hoofdstuk aan de uitspraken van deze getuige-deskundige te wijden. Zodat de lezer zich daarna de vraag kan stellen of deze deskundige nog wel als een serieuze wetenschappelijke opponent van de andere onderzoekers gezien moet worden.
Hieronder geef ik enkele punten aan waarom mijns inziens deze pagina's over Lucia de B niet in een wetenschappelijk forensisch boekwerk thuishoren:

  • Klinisch verhaal wordt (nog steeds) onjuist weergegeven
    Patiëntje A (6mnd) had met 4 maanden een geslaagde hartoperatie ondergaan en zou naar huis gaan. De laatste dagen had het kind last van progressieve diarree. Onverwacht had zij een acute hartstilstand gekregen. De cardioloog dacht aan een kaliumintoxicatie omdat het ECG een breed QRS-complex liet zien… [aldus De Wolff]
    Door De Wolff wordt bij de klinische beschrijving niet gesproken over de toenemende zuurstofbehoefte en “uitputtingsverschijnselen”, zoals die door Knigge c.s. bevestigd zijn. Het relaas over een spoedig ontslag naar huis moet nog steeds suggestief werken. De klinische problemen worden niet vermeld.
    Bovendien wordt verzwegen dat de trendgraphs laten zien dat eerst de ademhaling stopte en daarna de hartactie. Over het feit dat het hart bij de obductie niet gecontraheerd was wordt pas later in de discussie gerept.
  • Betrouwbaarheid gaasjes
    De Wolff spreekt niet over de condities waaronder het onderzoek van de gaasjes heeft plaatsgevonden en die door Knigge c.s. als niet valide zijn gekwalificeerd. Door verdamping, het 4 maal ontdooien en invriezen en de mogelijkheid van contaminatie wordt niet voldaan aan de onderzoekscriteria. De Wolff vertelt dat de oorsprong van de gaasjes hem aanvankelijk niet bekend was. Door DNA-onderzoek was hij overtuigd dat het bloed uit de gaasjes van kind A was. Dat die DNA-overeenkomst niets toevoegt aan de discussie omdat de gaasjes 40 uur in de buikholte van het kindje hebben gelegen komt in zijn studie niet naar voren.
  • Betrouwbaarheid immuno-assays
    De Wolff blijft hinken op twee gedachten m.b.t. de bepaling van de digoxine-concentratie. Immuno-assays zijn in de klinische praktijk betrouwbaar gebleken en mogen daarom volgens hem ook voor dit onderzoek gebruikt worden. Weliswaar is de HPLC-MS methode ook zijns inziens de standaard methode, het grote verschil in uitkomsten van digoxineconcentraties, namelijk 23 μg/l versus 7 μg/l lijkt hem daarbij niet te deren. Koren (1986!) wordt geciteerd om aan te geven dat door DLIS slechts 1,2 μg/l en door postmortale redistributie nog eens 5 μg/l van de immuno-assay waarde mag worden af getrokken. Ergo: De Wolff houdt 18 μg/l digoxine over.
    Hij negeert de vele (recente) wetenschappelijke artikelen die verschenen zijn over hoge concentraties DLIS bij zuigelingen, zwangeren en hartpatiënten, waardoor postmortem deze testen niet gebruikt mogen worden. Vandaar die “gouden standaard”. De HPLC-MS is betrouwbaar omdat hij juist géén DLIS meet.
    Er dient dus verder gesproken te worden over de concentratie van 7 μg/l. Daar kan vanwege postmortale redistributie nog circa (!) 5 μg/l afgetrokken worden.
  • H
    Foutieve leverconcentratie als bewijs voor acute vergiftiging
    De Wolff geeft aan dat de leverconcentratie 19 μg/l is; daarmee is volgens hem nog steeds een acute intoxicatie zeer aannemelijk. Een van de immunoassays gaf immers deze uitslag.
    Maar zowel bij het NFI als het Straatsburgs laboratorium was de gemeten leverconcentratie met de HPLC-MS methode 0 μg/l. De conclusie die daaruit getrokken werd is dat er juist géén acute vergiftiging is geweest. De Wolff vermeldt deze nieuwe feiten niet.
  • Halfwaardetijd
    De halfwaardetijd van digoxine is niet exact aan te geven, ligt tussen de 32 en 56 uur, en kan bij zuigelingen oplopen tot 70 uur. De weefselbinding is groot waardoor veel digoxine in de organen wordt opgeslagen.
    (Voor chloralhydraat, een ander medicijn waarmee Lucia een kind vergiftigd zou hebben, heeft het Hof een halfwaardetijd van 8 genomen, terwijl die bij jonge kinderen 10 uur en bij neonaten zelfs 28 uur kan zijn. Wanneer er geen concreet bewijs is dat Lucia een spuit of gifbeker heeft gehanteerd is een bewijsvoering op grond van een niet exacte halfwaardetijd wel erg gewaagd. Feit blijft dat er andere, meer waarschijnlijke opties zijn waardoor er een te hoge bloedspiegel van een medicijn kan voorkomen.)
  • Kaliumconcentratie wordt onjuist aangegeven
    In het oogbolvocht bevond zich een opvallend hoge concentratie kalium. Echter vanwege de lange duur tussen meting en overlijden kon hier geen conclusie aan verbonden worden. De Wolff stelt in het boek dat de kaliumconcentratie 45 minuten voor overlijden normaal was, terwijl hij verwachtte bij de digoxine-intoxicatie een verhoogd kalium te vinden. Hij vermeldt niet dat deze kaliummeting van geen waarde is omdat deze gemeten is vrij direct na aanvang van infusie met kalium. Dat er wellicht bij overlijden bijna 40 minuten later wel een hoog kalium geweest is zal het gevolg van dit forse kaliuminfuus zijn.
  • De kritiek van de groep burgers
    De Wolff laakt in zijn stuk de kritiek van de groep burgers. In de eerste plaats gaat hij daarmee voorbij aan de terechte zorg over de rechtsgang van deze ‘burgers’, maar ook aan de medische en natuurwetenschappelijke kennis die deze groep burgers in huis had. Hun bevindingen zijn in belangrijke mate reeds bevestigd door de onderzoeken van Knigge c.s. In de tweede plaats hebben vele wetenschappers zich achter deze groep van burgers geplaatst op basis van hun wetenschappelijke kennis en logische verstand.
  • Hiaten in informatie
    De Wolff was niet bekend met de dilatatie van het hart bij de eerste obductie. Hij zegt in het boek dat er wel een contractie verwacht mag worden bij een digoxine-intoxicatie. Maar tegelijk stelt hij dat het ontbreken van deze informatie gezien het tijdsverloop tussen overlijden en obductie niet relevant is. Het tijdsverloop tussen overlijden en eerste obductie ligt echter wel binnen de marge om te mogen concluderen dat er geen contractie t.g.v. acute digoxinevergiftiging is geweest. De dilatatie kan bovendien wijzen op een al langer bestaande hartzwakte. De Wolff zou uit het verslag van de beide patholoog-anatomen bovendien hebben kunnen lezen dat het met het hart niet zo goed gesteld was als werd gesuggereerd en hijzelf nu ook nog in het boek doet voorkomen.
De digoxine-constructie: een verhaal op drijfzand

Van een deskundige mag verwacht worden dat informatie over klinische gegevens actief verworven wordt en dat er kritisch naar de aangeleverde informatie wordt gekeken. Zo is over een ECG aanvankelijk nooit gesproken, wel over hartactie en hartfrequentie. Het is volgens de dienstdoende arts heel wel denkbaar dat er helemaal geen ECG is geweest. Het kind was alleen met fingercup aan de monitor verbonden. Ergo alleen hartfrequentie, ademfrequentie, pO2 en sO2 zijn gemeten. Niks ECG, niks dus ‘breed hartcomplex’.

Dan is die hele constructie met digoxine wel een erg lange omweg geweest.

Regiseursstoel

# Lucia's Regiezitting

14 januari 2009
Regiezitting

Op 5 februari 2009 om 9 uur zal er een regiezitting plaatsvinden bij het Hof van Arnhem. Dan zal besproken worden of er nog verdere onderzoeken gedaan moet worden en zo ja welke.
Zoals eerder aangegeven lijkt ons verder onderzoek onnodig en volstrekt zinloos. De bewijsconstructie is geheel aan diggelen door de al door het OM uitgevoerde onderzoeken…
“Geen moorden, geen dader”. De advocaat van Lucia kan dus enkel om vrijspraak vragen.

Mocht het OM toch uit een hardnekkige behoefte tot “transparantie” met nieuwe vragen op de proppen komen dan zal door het Hof een Raadsheer Commissaris (volgens ex art 228) benoemd dienen te worden. Het Hof mag wettelijk gezien (Art 316SV) zelf dan geen deskundigen aanstellen. De Raadsheer Commissaris (of rechter commissaris) moet deskundigen benoemen voor een verder onderzoek. De behandeling door het Hof wordt geschorst tot de deskundigen én de eventuele tegendeskundigen (ex art 233 en 235) hun onderzoek hebben verricht. [J. Frijters]

Maar welke onderzoeken zouden nog een nieuw licht op de zaak kunnen werpen met betrekking tot de bewijsvoering nu door meerdere onafhankelijke onderzoekers is vastgesteld dat:

  • kindje A door uitputting en zuurstofgebrek is overleden.
  • het uitgangspunt van de verdenking vervalt: nl. dat Lucia betrokken was bij zoveel sterfgevallen.
  • statistische – wetenschappelijk gefundeerde – berekeningen laten zien dat dit 1 op de circa 47 verpleegkundigen had kunnen overkomen. En als men rekening houdt met clustering van sterfgevallen zelfs 1 op 9.
  • de andere sterfgevallen door de cirkelredenering later ook omgezet zijn in moorden zonder enig concreet bewijs.
Samenvatting van het reeds uitgevoerde onderzoek OM
De commissie Buruma:
  • ernstige twijfel over de rechtsgang: de aanvraag voor onderzoek om herziening te kunnen aanvragen is gerechtvaardigd.
De Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS):
  • onderbuikgevoelens bij politieonderzoek.
  • coaching vanuit het JKZ.
  • tunnelvisie, geen oog voor alternatieven.
  • keuze van deskundigen op basis van persoonlijke bekendheid, niet op basis van specifieke deskundigheid.
  • ernstig verschil van mening van deskundigen t.a.v. interpretatie digoxine-bewijs, waarbij de experts betuigden dat er geen bewijs was, ergo er geen veroordeling had mogen zijn.
Het rapport van Knigge met drie verschillende onderzoeksinstituten:
  • onhoudbaarheid van het digoxine-bewijs door ondeugdelijk onderzoeksmateriaal, onvolledige informatie aan de toxicologisch deskundige en onjuiste testinterpretaties.
  • negeren van de trendgraphs geeft onjuist tijdpad. Op de tijd, waarop Lucia een injectie zou hebben gegeven, vindt een onderzoek door artsen plaats.
  • trendgraphs tonen bovendien dat ademhaling eerder is gestopt dan bloedsomloop, anders dan steeds werd beweerd.
  • uit dossieronderzoek blijkt dat kindje A door uitputting en zuurstofgebrek is overleden.
  • cirkelredenering bij andere zaken met sterke suggestieve werking.
  • de desbetreffende toxicologische deskundige heeft zijn mening op grond van de nieuwe gegevens herzien, daarmee ontstond een juridisch novum.
Gevoeligheden en weerstanden

De zaak Lucia de B is niet een dwaling in de rechtspraak die we alleen het OM en de rechterlijke macht mogen aanrekenen. De manier waarop indertijd ziekenhuisdirecteur Smits ‘kordaat’ naar buiten trad met de verdenkingen en self made statistiek heeft direct de toon gezet. The big fish was dankzij het JKZ gevangen, maar werd geschroeid en geroosterd door de weinig kritische opstelling van de media en het publiek. “De Nederlandse ziekenhuizen waren veilig” sprak men pathetisch.

Aan de hype van Lucia hebben velen meegewerkt. Bij het lezen van de dossiers en alle lectuur kun je je niet aan de indruk onttrekken dat betrokkenen “het gewicht van de zaak” aan den lijve voelden. Vele betrokkenen moeten nu hun mening, hun gevoel herzien. Bekend is dat mensen soms liever ten hele blijven dwalen, dan ten halve keren. Gezichtsverlies wordt in alle culturen – ook in onze christelijke – als iets smadelijk ervaren. Het ziekenhuis c.s. zou in mijn ogen aan gezag en prestige winnen als het nu ook vlot met een verklaring komt zich vergist te hebben. Sorry…

Voor het ziekenhuis moet het niet uitmaken of Lucia bij vrijspraak recht heeft op een ontslagvergoeding van 100.000 gulden of dat familie X nog een schadeclaim heeft ingediend.
De collega's van Lucia moeten weer over Lucia mogen spreken. Wie had het nu van wie gehoord, wie had het echt gezien? Dan kunnen ze tegen elkaar zeggen: het was wel een hele gemene roddel dit keer.

Lucia Nieuws 2008

Lucia Nieuws 2006-2007