Paragraaf 10 Samenhang en wegsamenhang
De metrische ruimte \(\R\) heeft precies twee deelverzamelingen die zowel open als gesloten zijn, namelijk de lege verzameling en \(\R\) zelf; zie opgave 1.3. Dit is een eigenschap die bekendstaat als samenhang (of samenhangendheid).
Definitie 10.1.
Een topologische ruimte \((X,\T)\) is samenhangend als \(X\) precies twee deelverzamelingen heeft die zowel open als gesloten zijn.
In het bijzonder wordt \(\emptyset\) niet beschouwd als samenhangend. Voor elke topologische ruimte \(X\) zijn \(\emptyset\) en \(X\) zowel open als gesloten, dus \(X\) is samenhangend dan en slechts dan als \(X\) niet-leeg is en \(\emptyset\) en \(X\) de enige deelverzamelingen van \(X\) zijn die zowel open als gesloten zijn.
Opmerking 10.2.
In [Runde, Definition 3.4.7] wordt de lege verzameling wel als samenhangend beschouwd, maar dit is niet de algemeen gangbare conventie.
Voorbeeld 10.3.
Een discrete ruimte \(X\) is samenhangend dan en slechts dan als \(X\) uit precies één punt bestaat.
Propositie 10.4.
Zij \((X,\T)\) een topologische ruimte. De volgende uitspraken zijn equivalent:
\(X\) is samenhangend;
\(X\) is niet leeg, en als \(U\) en \(V\) open verzamelingen zijn waarvoor geldt \(U\cap V=\emptyset\) en \(U\cup V=X\text{,}\) dan geldt \(U=\emptyset\) of \(V=\emptyset\text{;}\)
er bestaan precies twee continue afbeeldingen van \(X\) naar \(\{0,1\}\) (met de discrete topologie), namelijk de constante functie \(0\) en de constante functie \(1\text{.}\)
Bewijs.
De equivalentie van (1) en (2) is in te zien door op te merken dat verzamelingen \(U\) en \(V\) als in (2) zowel open als gesloten zijn, aangezien ze elkaars complement zijn. De equivalentie van (1) en (3) is opgave 10.1.
Voorbeeld 10.5.
Het gesloten eenheidsinterval \([0,1]\) is samenhangend. Wegens de tussenwaardestelling is elke continue functie \(f\colon[0,1]\to\{0,1\}\) namelijk constant, dus er bestaan precies twee continue afbeeldingen van \([0,1]\) naar \(\{0,1\}\text{.}\)
Propositie 10.6.
Het beeld van een samenhangende ruimte onder een continue afbeelding is samenhangend.
Bewijs.
Zij \(f\colon X\to Y\) een continue afbeelding. Stel dat \(U\) en \(V\) open deelverzamelingen van \(f(X)\) zijn waarvoor geldt \(U\cap V = \emptyset\) en \(U\cup V = f(X)\text{.}\) Zij \(U'=f^{-1}U\) en \(V'=f^{-1}V\text{.}\) Dan geldt \(U'\cap V'=\emptyset\) en \(U'\cup V'=X\text{.}\) Omdat \(X\) samenhangend is, geldt \(U'=\emptyset\) of \(V'=\emptyset\text{.}\) Hieruit volgt \(U=\emptyset\) of \(V=\emptyset\text{.}\) We concluderen dat \(f(X)\) samenhangend is.
Een definitie van samenhang die op het eerste gezicht intuïtiever lijkt, is als volgt.
Definitie 10.7.
Een topologische ruimte \((X,\T)\) is wegsamenhangend als \(X\) niet leeg is en er voor alle \(x,y\in X\) een weg \(\gamma\colon[0,1]\to X\) van \(x\) naar \(y\) bestaat.
Propositie 10.8.
Het beeld van een wegsamenhangende ruimte onder een continue afbeelding is wegsamenhangend.
Bewijs.
Zij \(f\colon X\to Y\) een continue afbeelding. Gegeven twee punten in \(f(X)\text{,}\) die we kunnen schrijven als \(f(x)\) en \(f(y)\) met \(x,y\in X\text{,}\) bestaat er wegens de wegsamenhang van \(X\) een weg \(\gamma\colon[0,1]\to X\) van \(x\) naar \(y\text{.}\) De afbeelding \(f\circ\gamma\colon[0,1]\to f(X)\) is nu een weg van \(f(x)\) naar \(f(y)\text{.}\) We concluderen dat \(f(X)\) wegsamenhangend is.
Propositie 10.9.
Elke wegsamenhangende topologische ruimte is samenhangend.
Bewijs.
Stel dat \(X\) een wegsamenhangende ruimte is die niet samenhangend is. Dan kunnen we \(X\) schrijven als disjuncte vereniging \(U\sqcup V\) met \(U,V\) open en verschillend van \(\emptyset\) en \(X\text{.}\) De functie
is continu. Kies \(x\in U\) en \(y\in V\text{;}\) dan bestaat er een weg \(\gamma\colon[0,1]\to X\) van \(x\) naar \(y\text{.}\) De functie \(g=f\circ\gamma\) is nu echter een continue functie met \(g(0)=f(x)=0\) en \(g(1)=f(y)=1\text{,}\) hetgeen de samenhang van \([0,1]\) tegenspreekt.
Samenhang en wegsamenhang zijn niet equivalent. Hieronder geven we een voorbeeld van een topologische ruimte \(X\) die wel samenhangend, maar niet wegsamenhangend is. Om te laten zien dat \(X\) samenhangend is, hebben we het volgende resultaat nodig.
Propositie 10.10.
Zij \(X\) een topologische ruimte, en zij \(Y\) een dichte deelverzameling van \(X\) die samenhangend is. Dan is \(X\) samenhangend.
Bewijs.
Stel dat \(U\text{,}\) \(V\) open deelverzamelingen van \(X\) zijn waarvoor geldt \(U\cap V=\emptyset\) en \(U\cup V=X\text{.}\) We schrijven \(U'=U\cap Y\) en \(V'=V\cap Y\text{.}\) Dan geldt \(U'\cap V'=\emptyset\) en \(U'\cup V'=Y\text{.}\) Uit de aanname dat \(Y\) samenhangend is, volgt \(U'=\emptyset\) of \(V'=\emptyset\text{.}\) Wegens symmetrie mogen we aannemen \(V'=\emptyset\text{.}\) Hieruit volgt \(Y\subseteq U\text{.}\) Omdat \(Y\) dicht is in \(X\text{,}\) impliceert dit \(\bar U=X\text{.}\) Aangezien \(U\) gesloten is, concluderen we \(U=X\text{.}\)
Voorbeeld 10.11.
Zij \(Y\) de verzameling \(\{(x,\sin(1/x))\mid x>0\}\) in \(\R^2\text{,}\) en zij \(X\) de afsluiting van \(Y\) in \(\R^2\text{.}\) Dan is \(Y\) dicht in \(X\text{,}\) en (als beeld van een continue afbeelding \((0,\infty)\to\R^2\)) samenhangend. Wegens propositie 10.10 is ook \(X\) samenhangend.
We beweren dat \(X\) niet wegsamenhangend is. Zij \(Z\) de gesloten deelverzameling \(\{0\}\times[-1,1]=\{(0,y)\mid -1\le y\le 1\}\) van \(X\text{.}\) Stel dat er een weg \(\gamma\colon[0,1]\to X\) bestaat met \(\gamma(0)\in Z\) en \(\gamma(1)\in Y\text{.}\) De deelverzameling \(\gamma^{-1}Z\) van \([0,1]\) is gesloten en niet-leeg, en bevat dus een maximaal element \(a\text{.}\) Uit \(\gamma(1)\in Y\) volgt \(a\lt 1\text{.}\) Door \(\gamma\) te beperken tot \([a,1]\) krijgen we een continue functie \(\gamma\colon[a,1]\to X\) met \(\gamma(a)\in Z\) en \(\gamma((a,1])\subseteq Y\text{.}\) Het beeld \(\gamma([a,1])\) is compact en dus gesloten en begrensd in \(\R^2\text{.}\) Hieruit is af te leiden dat \(\gamma([a,1])\) de verzameling \(Z\) bevat. Er geldt echter \(\gamma([a,1])\cap Z=\{\gamma(a)\}\text{,}\) tegenspraak.
We gaan nu twee manieren bekijken waarop een topologische ruimte op een natuurlijke manier “opgedeeld kan worden”: in samenhangscomponenten en in wegsamenhangscomponenten. We beginnen met wegsamenhangscomponenten, omdat deze intuïtief makkelijker te begrijpen zijn.
Gegeven een topologische ruimte \((X,\T)\) schrijven we \(x\simp y\) als er een weg van \(x\) naar \(y\) bestaat. Uit het feit dat wegen omgekeerd en aaneengeschakeld kunnen worden, volgt dat \(\simp\) een equivalentierelatie op \(X\) is.
Definitie 10.12.
Zij \(X\) een topologische ruimte. Een wegsamenhangscomponent van \(X\) is een equivalentieklasse voor de equivalentierelatie \(\simp\) op \(X\text{.}\) Voor alle \(x\in X\) is de wegsamenhangscomponent van \(x\) (in \(X\)) de equivalentieklasse van \(x\) met betrekking tot \(\simp\text{.}\)
Propositie 10.13.
Zij \((X,\T)\) een topologische ruimte. Dan is \(X\) als verzameling de disjuncte vereniging van de wegsamenhangscomponenten van \((X,\T)\text{.}\)
Bewijs.
Dit volgt uit het feit dat een verzameling door een equivalentierelatie opgedeeld wordt in een disjuncte vereniging van equivalentieklassen.
Een wegsamenhangscomponent van \(X\) is hetzelfde als een maximale wegsamenhangende deelruimte van \(X\text{,}\) d.w.z. een wegsamenhangende deelruimte \(Y\subseteq X\) zodanig dat er geen strikt grotere wegsamenhangende deelruimte \(Y'\supset Y\) van \(X\) bestaat. De wegsamenhangscomponent van \(x\) is de unieke wegsamenhangscomponent van \(X\) die \(x\) bevat, oftewel de maximale wegsamenhangende deelruimte van \(X\) die \(x\) bevat.
Voorbeeld 10.14.
De wegsamenhangscomponenten van de topologische ruimte \(X\) in het voorbeeld na propositie 10.10 zijn \(Y\) en \(Z\text{.}\)
We gaan nu in op de vraag voor welke topologische ruimten de begrippen samenhang en wegsamenhang hetzelfde zijn. We zullen later zien (in propositie 10.22) dat dit het geval is wanneer elk punt van \(X\) een wegsamenhangende omgeving heeft. Hiervoor hebben we het volgende resultaat nodig.
Propositie 10.15.
Zij \(X\) een topologische ruimte zodanig dat elk punt van \(X\) een wegsamenhangende omgeving heeft. Dan is elke wegsamenhangscomponent van \(X\) zowel open als gesloten.
Bewijs.
Zij \(Y\) een wegsamenhangscomponent van \(X\text{,}\) en zij \(y\in Y\text{.}\) Per aanname is er een wegsamenhangende omgeving \(N\) van \(y\) in \(X\text{.}\) Omdat \(Y\) de wegsamenhangscomponent van \(y\) is, geldt \(N\subseteq Y\text{.}\) Elke \(y\in Y\) heeft dus een omgeving die in \(Y\) bevat is, dus \(Y\) is open. Uit het feit dat \(Y\) het complement is van de vereniging van alle wegsamenhangscomponenten verschillend van \(Y\text{,}\) en deze zelf open zijn, volgt dat \(Y\) gesloten is.
Een gerelateerde manier om een topologische ruimte in componenten op te delen, is in samenhangscomponenten. Deze blijken in veel gevallen hetzelfde te zijn als de wegsamenhangscomponenten. In het algemeen heeft een topologische ruimte \(X\) echter “meer” wegsamenhangscomponenten dan samenhangscomponenten, in de zin dat elke samenhangscomponent uit meerdere wegsamenhangscomponenten bestaat.
Definitie 10.16.
Zij \(X\) een topologische ruimte. Een samenhangscomponent van \(X\) is een maximale samenhangende deelruimte van \(X\text{,}\) d.w.z. een samenhangende deelruimte \(Y\subseteq X\) zodanig dat er geen strikt grotere samenhangende deelruimte \(Y'\supset Y\) van \(X\) bestaat.
Lemma 10.17.
Zij \(X\) een topologische ruimte, en zij \(\cS\) een niet-lege collectie samenhangende deelruimten van \(X\) zodanig dat voor alle \(Y,Y'\in\cS\) geldt \(Y\cap Y'\ne\emptyset\text{.}\) Dan is \(Z=\bigcup_{Y\in\cS} Y\) samenhangend.
Bewijs.
Stel dat \(Z\) niet samenhangend is. Aangezien \(Z\) per constructie niet leeg is, bestaat er dan een continue, niet-constante functie \(f\colon Z\to\{0,1\}\text{;}\) zie opgave 10.1. Omdat elke \(Y\in\cS\) samenhangend is, is \(f\) op elke \(Y\in\cS\) constant. Kies \(Y\in\cS\) waarop \(f\) constant 0 is, en \(Y'\in\cS\) waarop \(f\) constant 1 is. Op de niet-lege doorsnede van \(Y\) en \(Y'\) is \(f\) dan zowel 0 als 1, tegenspraak.
Stelling 10.18.
Zij \((X,\T)\) een topologische ruimte.
Als verzameling is \(X\) de disjuncte vereniging van de samenhangscomponenten van \((X,\T)\text{.}\)
De samenhangscomponenten van \((X,\T)\) zijn gesloten.
Bewijs.
We moeten laten zien dat elk punt \(x\in X\) in precies één samenhangscomponent van \((X,\T)\) ligt. Zij \(\cS_x\) de collectie van alle samenhangende deelruimten \(Y\subseteq X\) met \(x\in Y\text{.}\) Dan is \(\cS_x\) niet-leeg (er geldt \(\{x\}\in\cS_x\)), en voor alle \(Y,Y'\in\cS_x\) geldt \(x\in Y\cap Y'\text{.}\) Uit lemma 10.17 volgt dat de verzameling \(X_x=\bigcup_{Y\in\cS_x} Y\) samenhangend is en dus het unieke maximale element van \(\cS_x\) is. Dit impliceert dat \(X_x\) een samenhangscomponent van \((X,\T)\) is. Er bestaat dus een samenhangscomponent van \(X\) waar \(x\) in ligt. Verder volgt uit lemma 10.17 dat de doorsnede van twee verschillende samenhangscomponenten leeg is. Dit betekent dat \(X_x\) de unieke samenhangscomponent van \(X\) is waar \(x\) in ligt.
Zij \(Z\) een samenhangscomponent van \(X\text{.}\) We merken op dat \(Z\) dicht is in de afsluiting \(\bar Z\) van \(Z\) in \(X\text{;}\) wegens propositie 10.10 is \(\bar Z\) ook samenhangend. Uit de maximaliteit van samenhangscomponenten volgt \(\bar Z=Z\text{,}\) dus \(Z\) is gesloten.
Opmerking 10.19.
Stelling 10.18(a) zegt alleen dat \(X\) als verzameling de disjuncte vereniging van zijn samenhangscomponenten is. De topologie op \(X\) is niet altijd gelijk aan de topologie van de disjuncte vereniging van de samenhangscomponenten.
Opmerking 10.20.
Het analogon van stelling 10.18(b) geldt niet voor wegsamenhangscomponenten: deze zijn niet automatisch gesloten.
Definitie 10.21.
Zij \(X\) een topologische ruimte, en zij \(x\in X\text{.}\) De samenhangscomponent van \(x\) (in \(X\)) is de unieke samenhangscomponent van \(X\) die \(x\) bevat.
Propositie 10.22.
Zij \(X\) een topologische ruimte zodanig dat elk punt van \(X\) een wegsamenhangende omgeving heeft.
De samenhangscomponenten van \(X\) zijn gelijk aan de wegsamenhangscomponenten van \(X\text{.}\)
\(X\) is samenhangend dan en slechts dan als \(X\) wegsamenhangend is.
Bewijs.
Zij \(Y\) een wegsamenhangscomponent van \(X\text{.}\) Dan is \(Y\) samenhangend en dus bevat in een unieke samenhangscomponent \(Z\) van \(X\text{.}\) Wegens propositie 10.15 is \(Y\) open en gesloten in \(X\text{,}\) en dus ook in \(Z\text{.}\) Uit het feit dat \(Z\) samenhangend is en \(Y\) niet-leeg is, volgt \(Y=Z\text{.}\)
Dit volgt direct uit (a).
Verschillende interessante topologische ruimten hebben de eigenschap dat elke samenhangscomponent uit slechts één punt bestaat. Dit motiveert de volgende definitie.
Definitie 10.23.
Een topologische ruimte \((X,\T)\) heet totaal onsamenhangend als elke samenhangscomponent van \((X,\T)\) uit slechts één punt bestaat, d.w.z. als voor alle \(x\in X\) de samenhangscomponent van \(x\) gelijk is aan \(\{x\}\text{.}\)
Voorbeeld 10.24.
Elke discrete topologische ruimte is totaal onsamenhangend.
Voorbeeld 10.25.
De deelruimte \(\Q\) van \(\R\) is totaal onsamenhangend.
Voorbeeld 10.26.
Het product van aftelbaar veel exemplaren van de discrete ruimte \(\{0,1\}\) is totaal onsamenhangend.
(Zie opgave 10.12 voor het bewijs dat de ruimten in bovenstaande voorbeelden totaal onsamenhangend zijn.)
Voorbeeld 10.27.
De Cantorverzameling is een topologische deelruimte \(C\subseteq\R\) die als volgt gedefinieerd is. We schrijven
enzovoorts; \(C_{n+1}\) wordt steeds gemaakt door uit elk van de \(2^n\) intervallen waaruit \(C_n\) bestaat het (open) middelste derde deel weg te laten. Vervolgens definiëren we \(C\) als de doorsnede van alle \(C_n\) voor \(n\ge0\text{.}\) De verzamelingen \(C_0\text{,}\) \(C_1\text{,}\) …, \(C_6\) zijn in figuur 10.28 weergegeven.
Zie de opgaven 10.16 en 10.17 voor een aantal eigenschappen van de Cantorverzameling.
De hierboven gegeven definities hebben ook “lokale analoga”.
Definitie 10.29.
Een topologische ruimte \(X\) heet lokaal samenhangend (respectievelijk lokaal wegsamenhangend) als er voor elke \(x\in X\) en elke omgeving \(N\) van \(x\) een samenhangende (respectievelijk wegsamenhangende) omgeving \(N'\) van \(x\) bestaat met \(N'\subseteq N\text{.}\)
(Met andere woorden: \(X\) is lokaal (weg)samenhangend als \(\cN_x\) voor elke \(x\in X\) een basis heeft die bestaat uit (weg)samenhangende verzamelingen; zie ook [Runde, Definition 3.4.20.])
Gevolg 10.30.
Zij \(X\) een lokaal wegsamenhangende topologische ruimte.
De samenhangscomponenten van \(X\) zijn gelijk aan de wegsamenhangscomponenten van \(X\text{.}\)
\(X\) is samenhangend dan en slechts dan als \(X\) wegsamenhangend is.
Bewijs.
Omdat \(X\) lokaal wegsamenhangend is, heeft elk punt van \(X\) een wegsamenhangende omgeving. Beide beweringen volgen nu uit propositie 10.22.
Propositie 10.31.
Zij \(X\) een lokaal samenhangende topologische ruimte.
Elke open deelverzameling \(U\subseteq X\) (voorzien van de deelruimtetopologie) is lokaal samenhangend.
Elke samenhangscomponent van \(X\) is open in \(X\text{.}\)
Bewijs.
Zij \(x\in U\text{,}\) en zij \(N\) een omgeving van \(x\) in \(U\text{.}\) Omdat \(U\) open is in \(X\text{,}\) is \(N\) ook een omgeving van \(x\) in \(X\text{.}\) Aangezien \(X\) lokaal samenhangend is, bestaat er een samenhangende omgeving \(N'\) van \(x\) in \(X\) met \(N'\subseteq N\text{.}\) Deze \(N'\) is tevens een samenhangende omgeving van \(x\) in \(U\text{.}\)
Zij \(Y\) een samenhangscomponent van \(X\text{.}\) Omdat \(X\) lokaal samenhangend is, heeft elke \(y\in Y\) een samenhangende omgeving \(N_y\) in \(X\text{.}\) Omdat \(Y\) een samenhangscomponent van \(X\) is, geldt \(N_y\subseteq Y\text{.}\) We zien dus dat \(Y\) de vereniging is van de verzamelingen \(N_y\) voor \(y\in Y\text{.}\) Hieruit volgt dat \(Y\) open is in \(X\text{.}\)
Propositie 10.32.
Zij \((X,\T)\) een topologische ruimte. De volgende uitspraken zijn equivalent:
\(X\) is lokaal samenhangend;
\(\T\) heeft een basis die bestaat uit samenhangende verzamelingen.
Bewijs.
De implicatie \((2)\;\Longrightarrow\;(1)\) is eenvoudig na te gaan. We bewijzen \((1)\;\Longrightarrow\;(2)\text{.}\) Zij \(x\in X\text{,}\) en zij \(U\) een open omgeving van \(x\text{.}\) Wegens propositie 10.31(a) is \(U\) lokaal samenhangend. Zij \(V\) de samenhangscomponent van \(x\) in \(U\text{.}\) Dan is \(V\) open in \(U\) wegens propositie 10.31(b). Aangezien \(U\) open is in \(X\text{,}\) is \(V\) ook open in \(X\text{,}\) dus \(V\) is een samenhangende open omgeving van \(x\) in \(X\) met \(V\subseteq U\text{.}\) Hieruit volgt dat \(\T\) een basis heeft die bestaat uit samenhangende verzamelingen.
Propositie 10.33.
Zij \((X,\T)\) een topologische ruimte. De volgende uitspraken zijn equivalent:
\(X\) is lokaal wegsamenhangend;
\(\T\) heeft een basis die bestaat uit wegsamenhangende verzamelingen.
Bewijs.
We bewijzen \((1)\;\Longrightarrow(2)\text{;}\) het bewijs van de implicatie \((2)\;\Longrightarrow(1)\) wordt aan de lezer overgelaten. Stel dat \(X\) lokaal wegsamenhangend is. Zij \(U\) een open deelverzameling van \(X\text{.}\) Dan bestaat er voor elke \(x\in U\) een wegsamenhangende open omgeving \(V_x\) van \(x\) die bevat is in \(U\text{,}\) en de open verzameling \(U\) is de vereniging van de wegsamenhangende deelverzamelingen \(V_x\text{.}\) Hieruit volgt dat \(\T\) een basis heeft die bestaat uit wegsamenhangende verzamelingen.
Opgaven Opgaven
1.
Laat zien dat een topologische ruimte \((X,\T)\) samenhangend is dan en slechts dan als er precies twee continue afbeeldingen van \((X,\T)\) naar \(\{0,1\}\) zijn; hier heeft \(\{0,1\}\) de discrete topologie.
2.
In deze opgave bewijzen we dat \(\R\) en \(\R^2\) niet homeomorf zijn. Zij \(P\in\R\) en \(Q\in\R^2\text{.}\)
Laat zien dat \(\R\setminus\{P\}\) niet samenhangend is.
Laat zien dat \(\R^2\setminus\{Q\}\) wel samenhangend is.
Concludeer dat \(\R\setminus\{P\}\) en \(\R^2\setminus\{Q\}\) niet homeomorf zijn.
Leid uit (c) af dat \(\R\) en \(\R^2\) niet homeomorf zijn.
3.
Laat zien dat de volgende topologische ruimten wegsamenhangend zijn:
de ruimte \(X=\{p,q\}\) voorzien van de topologie \(\T=\{\emptyset,\{p\},\{p,q\}\}\text{;}\)
de eenheidscirkel \(S^1=\{(x,y)\in\R^2\mid x^2+y^2=1\}\text{;}\)
de eenheidsbol \(S^2=\{(x,y,z)\in\R^3\mid x^2+y^2+z^2=1\}\text{.}\)
4.
Zij \(X\) een topologische ruimte, en zijn \(A,B\subseteq X\) wegsamenhangende deelverzamelingen zodanig dat \(A\cap B\) niet-leeg is.
Is \(A\cap B\) noodzakelijk wegsamenhangend? Geef een bewijs of een tegenvoorbeeld.
Is \(A\cup B\) noodzakelijk wegsamenhangend? Geef een bewijs of een tegenvoorbeeld.
5.
Zij \(X\) de verzameling \(\R\cup\{P\}\) (met \(P\notin\R\)) voorzien van de topologie \(\T\) waarvan een basis \(\cB\) gegeven wordt door
Dit is een “lijn met een verdubbeld punt”; zie figuur 10.34.
Laat zien dat \(X\) geen Hausdorffruimte is.
Laat zien dat \(X\) wegsamenhangend is.
6.
Zijn \(X\) en \(Y\) topologische ruimten.
Bewijs dat \(X\times Y\) wegsamenhangend is dan en slechts dan als \(X\) en \(Y\) het zijn.
Bewijs dat \(X\times Y\) samenhangend is dan en slechts dan als \(X\) en \(Y\) het zijn. (Aanwijzing: gebruik continue functies naar \(\{0,1\}\text{.}\))
7.
Beschrijf voor elk van de volgende topologische ruimten (met de voor de hand liggende topologie, tenzij anders vermeld) de samenhangscomponenten:
\(\R\setminus\Z\text{;}\)
een triviale topologische ruimte \(X\text{;}\)
een discrete topologische ruimte \(X\text{;}\)
\(\{(x,y)\in\R^2\mid x\in\Z\text{ of }y\in\Z\}\text{;}\)
\(\C\) met de co-eindige topologie (= Zariskitopologie; de gesloten verzamelingen zijn de eindige verzamelingen en \(\C\) zelf);
\(\Q\text{;}\)
\(\R\setminus\Q\text{;}\)
\(\R^2\setminus\Q^2\text{.}\)
Zijn deze samenhangscomponenten tevens de wegsamenhangscomponenten?
8.
Zij \(X\) een topologische ruimte die slechts eindig veel samenhangscomponenten heeft. Bewijs dat de samenhangscomponenten zowel open als gesloten zijn.
9.
Zij \(X\) een deelverzameling van \(\R^n\text{.}\) We zeggen dat \(X\) convex is als voor alle \(x,y\in X\) het lijnsegment dat \(x\) en \(y\) verbindt in \(X\) bevat is, d.w.z. voor alle \(t\in[0,1]\) geldt
Zij \(\cC\) een collectie convexe deelverzamelingen van \(\R^n\text{.}\)
Is \(\bigcap_{C\in\cC}C\) noodzakelijk convex? Geef een bewijs of een tegenvoorbeeld.
Is \(\bigcup_{C\in\cC}C\) noodzakelijk convex? Geef een bewijs of een tegenvoorbeeld.
10.
Zij \(X\) een deelverzameling van \(\R^n\text{.}\) We zeggen dat \(X\) stervormig is als er een \(x_0\in X\) bestaat zodanig dat voor alle \(x\in X\) en alle \(t\in[0,1]\) geldt
Bewijs dat elke niet-lege convexe deelverzameling van \(\R^n\) stervormig is.
Geef een voorbeeld van een deelverzameling van \(\R^2\) die wel stervormig, maar niet convex is.
Laat zien dat elke stervormige deelruimte van \(\R^n\) wegsamenhangend is.
11.
Zij \(X\) een topologische ruimte, en zij \(\cF\) de verzameling van alle continue functies \(f\colon X\to\{0,1\}\text{,}\) waarbij \(\{0,1\}\) de discrete topologie heeft. Zij \(\simq\) de relatie op \(X\) gedefinieerd als volgt: \(x\simq y\) dan en slechts dan als voor alle \(f\in\cF\) geldt \(f(x)=f(y)\text{.}\)
Laat zien dat \(\simq\) een equivalentierelatie op \(X\) is.
Zij \(x\in X\text{.}\) Zij \(P_x\) de wegsamenhangscomponent van \(x\text{,}\) zij \(C_x\) de samenhangscomponent van \(x\text{,}\) en zij \(Q_x\) de equivalentieklasse van \(x\) onder \(\simq\text{.}\) Bewijs de inclusies \(P_x\subseteq C_x\subseteq Q_x\text{.}\)
Een quasicomponent van \(X\) (respectievelijk de quasicomponent van \(x\in X\)) is een equivalentieklasse van \(\simq\) (respectievelijk de klasse die \(x\) bevat).
12.
Bewijs dat de onderstaande topologische ruimten totaal onsamenhangend zijn:
elke discrete topologische ruimte;
\(\Q\) met de deelruimtetopologie van \(\R\text{;}\)
\(\prod_{n\ge1}\{0,1\}\) met de producttopologie (\(\{0,1\}\) heeft de discrete topologie).
13.
Zijn \(X\) en \(Y\) topologische ruimten met \(X\) samenhangend en \(Y\) totaal onsamenhangend. Bewijs dat elke continue afbeelding \(X\to Y\) constant is.
14.
Zij \((X,\T)\) een topologische ruimte. Stel dat er voor elk tweetal verschillende punten \(x,y\in X\) een continue functie \(f\colon X\to\{0,1\}\) bestaat die voldoet aan \(f(x)=0\) en \(f(y)=1\text{.}\) Laat zien dat \((X,\T)\) een totaal onsamenhangende Hausdorffruimte is.
15.
Zij \(Y\) de deelruimte \(\{1/n\mid n\in\{1,2,3,\ldots\}\} \cup \{0,P\}\) van de lijn met een verdubbeld punt (de topologische ruimte \(X\) uit opgave 10.5).
Laat zien dat \(Y\) totaal onsamenhangend is.
Laat zien dat \(Y\) een quasicomponent heeft die uit twee punten bestaat.
16.
Zij \(C\subseteq\R\) de Cantorverzameling (zie voorbeeld 10.27). In deze opgave bestuderen we eigenschappen van \(C\text{.}\)
Laat zien dat \(C\) compact is.
Laat zien dat \(C\) totaal onsamenhangend is.
Laat zien dat het inwendige van \(C\) in \(\R\) leeg is.
Laat zien dat \(C\) gelijk is aan de verzameling reële getallen die geschreven kunnen worden als \(\sum_{n=1}^\infty {a_n\over 3^n}\) met \(a_n\in\{0,2\}\) voor alle \(n\ge1\text{.}\)
Leid uit (d) af dat \(C\) dezelfde kardinaliteit als \(\R\) heeft.
17.
Zij \(X=\prod_{n\ge1}\{0,2\}\text{,}\) waar \(\{0,2\}\) de discrete topologie heeft en \(X\) de producttopologie. Het doel van deze opgave is om te laten zien dat de Cantorverzameling \(C\) homeomorf is met \(X\text{.}\)
Laat zien dat de afbeelding
\begin{equation*} \begin{aligned} X&\longrightarrow C\\ (a_n)_{n\ge1}&\longmapsto\sum_{n=1}^\infty {a_n\over 3^n} \end{aligned} \end{equation*}continu en bijectief is.Leid uit (a) af dat \(C\) en \(X\) homeomorf zijn. (Aanwijzing: \(C\) en \(X\) zijn compacte Hausdorffruimten.)
18.
Zij \(X\) een lokaal samenhangende topologische ruimte, en zij \(Y\subseteq X\) een deelruimte. Laat zien dat de volgende uitspraken equivalent zijn:
\(Y\) is een vereniging van samenhangscomponenten van \(X\text{;}\)
er bestaat een continue functie \(f\colon X\to\{0,1\}\) zodanig dat voor alle \(x\in X\) geldt
\begin{equation*} f(x)=\begin{cases} 0& \text{voor }x\in Y,\\ 1& \text{voor }x\notin Y.\end{cases} \end{equation*}
19.
Laat zien dat de samenhangende topologische ruimte
niet lokaal samenhangend is.